David Bowie is dood. Ik heb net mijn 2e kop koffie in de ochtend op, als ik het hoor. Ik kijk op nu.nl. Alsof het pas echt is als het daar ook staat. Het staat er. David Bowie is op 69-jarige leeftijd overleden aan kanker. Op Twitter staat mijn timeline vol. De meeste tweets melden sec dat hij dood is, alsof men denkt de eerste te zijn met dit brekende nieuws. Sommige tweets zijn persoonlijker, en laten meer zien van het ongeloof dat je overvalt als iemand overlijdt.
David Bowie was een icoon. Een artiest pur sang. Mijn generatie, en die daarvoor, kende hem, en vonden iets van hem. De jongere generatie heeft veelal geen idee. Wie is dat? Vraagt mijn zoontje van 11? Ik heb het maar uitgelegd als een soort Justin Bieber. Niet dat ze op elkaar lijken, fysiek of qua muziek, maar dan begrijpt hij direct dat het in ieder geval een groot iemand was, in muziekland.
Ik heb niets met Bowie. Ik vind een paar nummers best aardig. Maar ik vind ook sommige nummers van Justin Bieber best aardig. Toch schrik ik ook van zijn overlijden. Want op de één of andere manier zijn sommige mensen meer onsterfelijk dan anderen. Als je zo lang zó bekend bent, zolang deel uitmaakt van de muzikale historie, dan word je een beetje onsterfelijk. En als je onsterfelijk bent ga je niet dood. Niet echt dood. Dat nu.nl beweert van wel, dat het op de site van Bowie staat dat hij dood is, dat doet daar niets aan af. En dat voelt iedereen zo, daarom stroomt Twitter vol en huilen we massaal. De woorden in het nieuws verbreken een illusie. Dat is nooit fijn. Als zelfs de onsterfelijken sterven, wat betekent dat dan voor ons?
Ik was geen fan. En dat gaat ook niet meer gebeuren. Maar ik voel wel het verdriet van de verbroken illusie. Dat wordt nog wat als de dag komt dat Mick Jagger sterft. Want hij, hij is voor mij de grootste onsterfelijke ooit. Ik denk dat ik maar nooit meer het nieuws ga lezen.
Geef een reactie