Toen ik hoorde over het initiatief van Nuvema om met een hele stoet rouwwagens in het Guinness Book of Records te komen, was ik direct verheugd. Wat een mooie manier om je branche te laten zien! Op de laatste augustusdag toog ik dus vol enthousiasme naar Baarn, en ik keek mijn ogen uit.
Op hun site was ik vooraf in de rubriek Veelgestelde vragen de – waarschijnlijk zelf bedachte – vraag tegengekomen of zo’n rouwstoet, ten bate van een recordpoging, niet ‘onethisch’ zou zijn.
Hoewel de formulering niet deugt (‘onethisch’ bestaat niet), bracht het me wel op de vraag hoe het vandaag-de-dag zit met het taboe op de dood. Dát bracht me weer op nieuwe vragen. We nemen dat begrip zo makkelijk in de mond, maar wat bedoelen we er dan eigenlijk mee? Gaat het dan over het praten over verlieservaringen, het bespreken van de uitvaart, het zien van een lijk, de omgang met een stervende…? Over al dit soort onderwerpen? Zijn we het daar al over eens?
Als je ‘het taboe op de dood’ als een containerbegrip beschouwt, zoals volgens mij te pas en te onpas gebeurt, is daar iets ingewikkelds mee aan de hand. Met evenveel succes kun je beargumenteren dat het wel en niet bestaat. Of dat het sterker wordt. Of dat het toch vermindert. Laten we beginnen met ‘het bestaat niet’.
Want tjonge, kijk toch eens naar zo’n tv-programma als Over mijn lijk. Of De kist. Of zo’n rubriek Het laatste woord in NRC Handelsblad. We zijn zó open over de dood. Er is geen enkel taboe meer op dat gebied.
Ja hoor, het taboe bestaat wel degelijk en is zelfs enorm, kan met hetzelfde gemak worden tegengeworpen. Laatst had ik een uitvaart. Hoeveel mensen er niet naar het dode lichaam durfden te kijken! Sommigen durfden niet eens in de buurt van de kist te komen. En tuurlijk, over de dood praten gebeurt misschien steeds openlijker, maar zegt dat iets over onze alsmaar uitdijende emo-cultuur of over het taboe?
En zie al die hospices eens ontstaan. Gewoon een nieuwe manier om de dood buiten de maatschappij te plaatsen. Het taboe neemt dus alsmaar toe. Zie ook die discussie over ‘doorbehandelen’ in de laatste levensfase: we kunnen steeds minder accepteren dat het leven eindig is. En goh, wie kent er de post-mortem fotografie nog. Dat dat niet meer bestaat, bewijst dat het taboe groter is dan in de 19e en 20e eeuw. We kunnen het niet meer aanzien, een dode.
Het is niet moeilijk – opnieuw – met tegenwerpingen te komen. Want die hospices brengen de dood toch juist dichterbij de mensen? En al dat praten over de eigen dood, dat is toch de ultieme onttaboeïsering?
Moraal van het verhaal: het valt niet mee iets zinnigs te zeggen over het taboe op de dood. Of over de vraag of dat taboe is toegenomen of verminderd is, de afgelopen decennia. Eerlijk gezegd ben ik de afgelopen jaren niemand tegengekomen die hierover wél iets zinnigs gezegd of geschreven heeft. Dus laten we er over zwijgen. Want meestal weten we niet waar we het over hebben.
Rob Bruntink
Geef een reactie