Als we elkaar morgen tegenkomen, zomaar, per ongeluk, in de stad, voor de kerk, in de zon, weet jij dan wie ik ben? Weet ik wie jij bent? Ooit lagen er krap vier jaren tussen ons, nu liggen er bijna dertig uitgestrekt over de straten, in mijn huis, in de lucht. Overal. Ik weet nog hoe jij eruitzag want ik heb foto’s. Ik weet niet meer hoe je rook, hoe je klonk, hoe je bewoog. Tussen de mensen in de stad, tussen de geluiden, zou ik je zien en horen? Zou ik weten, daar is hij? Zou ik mensen opzij duwen en roepen, zou ik op mijn tenen over de hoofden kijken om te zien waar je bent? Zou je mij herkennen? Die vrouw van bijna vijftig, met een ander kapsel, meer rimpels, een lijf dat meer en meer moet toegeven aan de zwaartekracht. Een stem waarvan ik niet weet hoe anders hij is dan toen. Zou je zien dat die vrouw jouw zus is, die zus van krap vier jaar ouder ook al ziet ze er dertig jaar ouder uit? Zou je jouw blik even laten hangen, zou je denken: hee, zij komt me bekend voor? Maar dat kan niet, ik ken niemand van die leeftijd? Zou je doorlopen?
Of kijken we elkaar aan en weten we het: jij bent het!
Staar ik vol ongeloof, want dit kan niet, doden komen niet terug, ook al wil je het nog zo graag. Doden lopen niet in de stad, ook niet even, ook niet als je al jaren inwendig schreeuwt.
Ik denk dat ik aarzel, langzaam dichterbij kom. Ik denk dat ik een arm uitstrek, een hand, vingers. Ik denk dat ik jou voel in de lucht die nog tussen ons hangt, tot mijn vingers jouw huid raken. Ik prik, ik wrijf zacht. Ik adem diep in, ik ruik je, ik zie je ogen, de twinkeling, ik lach, ik voel tranen stromen. Het kan niet. Toch is het zo. Maar het kan niet.
Soms zie ik een glimp van je, tussen de mensen, in de stad, in de straat, voor de kerk, overal. Als ik al die glimpen samenplak, met secondelijm, wat dan? Ben je er dan weer, heel even? Zie ik je dan als ik op mijn tenen ga staan? Herken je mij, jouw zus, zoveel jaren ouder?
Ik zie mijn zoon (3-9-2018,19 jaar jong verongelukt) regelmatig. O kijk, net Wouter, zelfde hoody, rode mountain bike. Ja hoor, zo kon hij ook kijken, lopen, of pruillip trekken. Mooi en vreselijk tegelijk.
Och, wat vreselijk verdrietig, Marita. En inderdaad, mooi en vreselijk tegelijk, die situaties…
Van een anonieme vader, wat raakt me dit, wat een mooi en diepgaande tekst. Onze dochter is op 14 jarige leeftijd overleden na suïcide. Nu 7 jaar geleden, Wat ik regelmatig denk en soms ineens in me opkomt zijn vragen die jij neerzet in de tekst van Rouwmijmeren! Wat een mooie en warme tekst, voorheen bij mijzelf losse gedachten, nu ineen geregen. Wow.
Beste anonieme vader,
Wat intens verdrietig, je dochter verliezen. Geen woorden voor, hoop dat er vele mooie herinneringen zijn om te koesteren… En dankjewel dat je de moeite nam om een bericht te plaatsen, ik vind het fijn om te horen dat iemand geraakt wordt door mijn column, en herkenning vindt. Dat troost mij op mijn beurt ook weer.