In deze coronatijd is het lastiger om elkaar te spreken terwijl je samen in één ruimte bent. Veel gesprekken vinden noodgedwongen via de telefoon plaats. Voor gesprekken over ziekte en dood is dat voor sommigen een extra drempel. Zij missen dan een bepaalde intieme, vertrouwelijke sfeer. Voor anderen is het juist prettig om elkaar niet in de ogen te hoeven kijken; zij durven dan méér te vragen dan anders.
In ons boekje ‘Praten over ziekte en dood in tijden van corona’ staan een groot aantal tips om met elkaar in gesprek te komen. Het gros daarvan is ook prima te gebruiken als je elkaar via de telefoon spreekt.
Stel je belt één van je ouders. En je wilt van hen weten hoe ze denken over ‘wel of niet naar de IC’ als ze ernstige coronaklachten krijgen. Dan zijn enkele mogelijke beginzinnen:
- Wat een gedoe hè, met corona. En ook al gaat alles nu best goed met jullie, ik dacht aan hoe het over een tijdje misschien ook kan gaan, en daar wil ik graag op voorbereid zijn. Mag ik jullie wat vragen?
- Ik wil graag iets van je weten, iets dat belangrijk voor mij is… In kranten en op het nieuws gaat het voortdurend over IC-opnames. Wat zijn jullie gedachten daarover? Of: Weten jullie van elkaar wat jullie willen, als één van jullie opeens ernstige coronaklachten blijkt te hebben?
Wat ook via de telefoon kan, is het gebruik van de Wat als?-vraag. In feite verleid je hiermee iemand mee te gaan naar een veilige zone: een wereld die er nu nog niet is. Door die hypothetische wereld op te roepen, komen vragen minder bedreigend over. Denk hierbij aan vragen als: ‘Wat als je in een verpleeghuis terecht komt. Hoe wil je dan met me blijven communiceren? Moet ik je bellen? Wil je contact via een videoverbinding?’ Of: ‘Wat als je opeens ernstige klachten zou krijgen vanwege corona, zou je dan naar de IC willen?’
Bekende Nederlander
Soms kan je een ingang voor een gesprek uit de krant, een tijdschrift of een tv-programma halen. Dat dat gesprek via de telefoon plaatsvindt, is daarbij geen belemmering. Je hebt bij voorbeeld iets gelezen of gehoord over een Bekende Nederlander. Ook zij hebben immers voortdurend te maken met ziektes, rouw, dood en afscheid. Hun verhalen daarover kun je gebruiken als een haakje om een eigen vraag aan op te hangen. Stel je het één van je ouders aan de lijn. Dan kun je zeggen: ‘Goh, ik las dat X zijn vrouw heeft verloren. Wat vreselijk. Stel dat jij je vrouw verliest, hebben jullie eigenlijk al iets vastgelegd daarover? Weten jullie van elkaar wat jullie willen, qua zorg of uitvaart?’ Of: ‘Ik lees hier dat de vader van X kanker heeft. Hij ligt nu in een hospice. Ik vraag me ineens af hoe jullie daarover denken. Heb jij daar al eens over nagedacht?’
Doorvraagvragen
Om een (telefoon)gesprek gaande te houden kun je ook putten uit het boekje ‘Praten over ziekte en dood in tijden van corona’. Eén van de tips benoemt het belang van doorvraagvragen. Het betekent dat je geen genoegen neemt met een eerste antwoord op een vraag – dat is vaak een heel kort antwoord, bijvoorbeeld ‘Ja’ of ‘Nee’ – maar dat je dóórvraagt. Vragen die daarbij helpen kunnen zijn:
- kun je dat toelichten?
- hoe bedoel je dat?
- kun je een voorbeeld geven?
- wat doet dat met jou?
- wat brengt jou tot die keuze?
- waarom is dit zo belangrijk voor jou?
- wat raakt je nu?
De vijf essentiële vragen
Ons ‘trucje’ dat we De vijf essentiële vragen noemen lijkt daar een beetje op. De vragen zijn bedoeld om een gesprek te verdiepen en ruimte te creëren voor de ander om zijn of haar verhaal te doen.
- Kun je er iets meer over vertellen? (Deze vraag nodigt uit tot verdere uitleg.)
- Welk gevoel roept dit op? (Deze vraag helpt iemand emoties onder woorden te brengen.)
- Wat betekent dat voor jou? (Deze vraag zoomt in op dat wat van waarde is voor iemand, op dat wat betekenis heeft voor hem of haar.)
- Heb je gezegd wat je wilde zeggen? (Dit is de zogenaamde drempelvraag. Op het moment dat een gesprek klaar lijkt, kun je dit vragen. Het kan iemand helpen alsnog te zeggen wat nog niet gezegd werd.)
- De onzichtbare vraag: Stilte. (Een stilte schept ruimte, waardoor soms toch dingen loskomen die anders onbesproken blijven.)
Tot slot nog een praktische tip, die ook tijdens telefoongesprekken geldt:
Probeer ‘waarom’-vragen zoveel mogelijk te vermijden. Dat soort vragen dragen soms een verwijt in zich. Ze kunnen al snel beschuldigend klinken. Kijk maar eens naar het verschil:
Waarom kies je voor een niet-reanimeren verklaring?
Of: Hoe ben je op het besluit gekomen om een niet-reanimeren verklaring te ondertekenen?
Waarom stop je met de behandeling?
Of: Wat heeft ervoor gezorgd dat je stopt met de behandeling?
Je ziet, het is net een fractie anders, maar het kan verschil maken.
Geef een reactie