Marieke Groot is lector Persoonsgerichte (palliatieve) Zorg bij het Kenniscentrum Zorginnovatie van de Hogeschool Rotterdam en sinds begin dit jaar ook directeur van het opleidingscentrum FiniVita, dat zich uitsluitend richt op de laatste levensfase.
Kun je je herinneren wanneer je voor het eerst met de dood in aanraking kwam? Hoe ging dat?
“Zolang ik me kan herinneren is de dood onderdeel geweest van mijn leven. En dan in eerste instantie niet in directe zin door overlijdens van dierbaren, maar wel door het gewicht van het verleden. Mijn ouders’ ervaringen in de tweede wereldoorlog (zowel in Nederland als in de Jappenkampen in Nederlands-Indië) en de verliezen die zij daardoor en daarin maar ook in de jaren daarna geleden hebben, waren altijd onderdeel van mijn leven. En natuurlijk gingen er opa’s en oma’s en andere familieleden dood, dat zijn mijn meer directe ervaringen, maar de dood als onderdeel van het leven is er altijd geweest. Het bijzondere van deze vroegste ervaringen is de zeer beperkte bespreekbaarheid ervan geweest; het was er, maar we hadden het er niet of nauwelijks over. Ik denk dat dàt mij vooral gevormd heeft.”
Als je nog een dag te leven hebt, wat doe je dan?
“Ik zou mijn kinderen, mijn lief en zijn kinderen, mijn ouders en meest nabije vrienden en familie uitnodigen voor een wandeling door het bos en de uiterwaarden in Wageningen waar ik dagelijks loop met onze honden. Uitgaande van mooi weer (dat hoort er wel bij op zo’n dag…) zoeken we halverwege een plek waar we uitgebreid gaan picknicken en van elkaars gezelschap genieten. Pas als het buiten echt niet meer gaat en het te donker is geworden, gaan we terug. Wat een pracht afsluiting van mijn leven zou dat zijn!”
Wil je thuis opgebaard worden of liever niet? Waarom wel of niet?
“Ja graag! Als ik het vanaf de andere kant bekijk, mijn lief zou overlijden bijvoorbeeld, dan lijkt het me echt fijn als je ook na het overlijden nog een poosje bij elkaar kunt zijn. Dat wens ik mezelf dus ook toe. Mijn huis, de plek waar ik zoveel herinneringen heb liggen, wil ik graag pas verlaten als het echt niet meer anders kan. Ik zie mezelf wel opgebaard liggen op deze plek, graag met zicht op de tuin. Ook in die periode mag het een zoete inval zijn, zodat iedereen die wil nog even langs kan komen. En Moos & Flip, onze honden, bij me kunnen liggen.”
Zou je willen weten hoe en wanneer je leven eindigt? Zo ja, wat zou het belangrijkste voordeel zijn van het ‘wél weten’? Zo nee, wat zou het nadeel zijn van het ‘wél weten’?
“Het gegeven dàt het leven eindig is, vind ik voor nu wel genoeg. Maar mocht ik ernstig ziek worden, dan zou ik wel willen weten wat mijn vooruitzichten zijn. Zodat ik kan kiezen waar mijn aandacht en energie naar toe gaan in de tijd die me nog rest.
Maar ja, het leven kan ook opeens over zijn; een ongeluk kan in allerlei vormen zo maar opeens op je pad komen. En dàt hoef ik dan weer niet te weten geloof ik. Nu is dat ook niet de kennis die de meeste mensen zo maar paraat hebben, maar als een of andere helderziener me nu zou vertellen dat ik over een maand er niet meer ben omdat……., dat hoeft voor mij niet!”
Mijn huis, de plek waar ik zoveel herinneringen heb liggen, wil ik graag pas verlaten als het echt niet meer anders kan.
Heb je veel behoefte aan controle over/in je leven?
“Een van de dingen die ik leer in mijn leven is het op verschillende fronten loslaten van controle. En dat is niet heel eenvoudig voor mij, dus ja, ik heb veel behoefte aan controle. Begin me met het verstrijken van de jaren wel steeds makkelijker te bewegen in situaties waar ik de controle kwijt ben. En heb gemerkt dat ik best goed ben in ‘verduren’ van ingewikkelde situaties waar ikzelf slechts een van de elementen ben. En die leerschool van het leven lijkt me een goede voorbereiding. Ervan uitgaande dat de meeste levens eindigen na een ziekbed en dat in zo’n periode lang niet alles controleerbaar is, is elke oefening daarin prettig. Ik hoop dat het nog even duurt, maar mocht het zich aandienen dan verwacht ik wat Stoïcijnse levensfilosofie in ‘de aanbieding’ te hebben.”
Denk je dat je op je sterfbed nog ‘laatste wensen’ zult hebben? Welke zouden dat dan zijn?
“Oh neen, dat hoop ik toch niet! Ik doe niet aan een (omvangrijke) bucket list, en pijnpunten spreek ik meestal uit, net zoals liefdes-uitingen. Mijn sterfbed, hopelijk compos mentis, voelt dan als een laatste samenzijn en het ophalen van herinneringen die het leven kleur gegeven hebben.”
Moet jouw Facebookpagina, Instagramaccount en/of LinkedIn-profiel een herinneringspagina worden? Waarom (niet)?
“Vooropgesteld dat ik niets doe met Facebook, Instagram, TikTok en andere van dit soort social media omgevingen, zie ik ook geen meerwaarde in het bewaren van alles wat van mij op internet is verschenen. Dus ook mijn LinkedIn pagina mag dichtgezet of verwijderd worden. Laat mij maar herinnerd worden in de harten en verhalen van mensen, daar is wat mij betreft geen internet voor nodig.”
Verder lezen
Als je je leven opnieuw mag beleven, zou het dan hetzelfde leven mogen zijn? Zo nee, wat had je willen missen?
“Ik geloof er in dat het leven zin en betekenis krijgt zowel door de mooie dingen als door de dingen die pijn doen of moeilijk zijn. En dat juist waar het schuurt de mogelijkheid voor groei ontstaat. Dus ja, er zijn best dingen die ik had willen missen, maar die dingen hebben me uiteindelijk ook mede gebracht tot waar ik ben nu en hoe ik in het leven sta. Mocht ik dus opnieuw mogen leven, dan opteer ik voor andere pro’s en con’s; 2x hetzelfde lijkt me echt onaangenaam.”
Wat is het meest leuk aan ouder worden?
“Het gegeven überhaupt dàt je ouder mag worden, is toch wel erg de moeite waard. En ouder worden zonder de ongemakken die daar toch een beetje bij horen is tenslotte ondenkbaar, dus ouder worden vind ik vooral erg de moeite waard. En ik geniet wel van het relativeringsvermogen, de (eigen)wijsheid en de toegenomen rust in de onrust van alledag.”
Hoe oud hoop je te worden?
“Zoals ik nu ernaar kijk hoop ik toch wel ergens eind 80 te worden, misschien zelfs wel iets ouder nog. Maar ik kan me ook situaties voorstellen, waarin mijn leven moeizaam voelt en ik de waarde ervan niet meer zo kan ervaren. De tijd zal het leren dus. Maar waar ik zelf invloed kan uitoefenen op (zo) gezond (mogelijk), waardig, plezierig en in verbinding ouder worden, probeer ik dat te doen. Een voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van een meer-generationeel woonproject waar ik momenteel bij betrokken ben; een manier van samen leven waarbij behoud van ieders eigenheid en zelfstandigheid in combinatie met zorg en aandacht voor elkaar kernelementen zijn. Als ik in zo’n constellatie oud kan worden èn van betekenis kan blijven zijn, dan wil ik nog wel een hele poos door met dit leven.”
Bestel hier het
eerste deel van de Compact Reeks
Geef een reactie