Auteur Trodessa Barton beantwoordt tien vragen over de dood, waaronder de vraag: ‘Wat is het vervelendste dat ze over jou zouden kunnen zeggen als je dood bent?’
Levenseindezorg en de digitale nalatenschap (Compactreeks deel 1)
In april verscheen het boek Levenseindezorg en de digitale nalatenschap. Een praktische gids voor zorgverleners.
Tien vragen aan Brian de Hond
Brian de Hond, mede-oprichter van Stichting Komma, beantwoordt tien vragen over de dood. Waaronder de vraag: ‘Is de dood het einde van alles?’
Tien vragen aan Margot Verkuylen
Margot Verkuylen is specialist ouderengeneeskunde en kaderarts palliatieve zorg. In de rubriek ‘Tien vragen aan’ beantwoordt ze onder meer de vraag of ze onsterfelijk zou willen zijn.
Tien vragen aan Marieke Groot
Marieke Groot is lector Persoonsgerichte (palliatieve) Zorg bij de Hogeschool Rotterdam. In de rubriek ‘Tien vragen aan’ geeft ze onder meer antwoord op de vraag of ze thuis opgebaard wil worden.
Tien vragen aan Florien Smits
Florien Smits is initiatiefnemer van Kleurjekist.nl: een uitvaartkist en afscheidsritueel in één. In de rubriek ‘Tien vragen aan’ geeft ze onder meer antwoord op de vraag wat voor haar een goede plek om te sterven is.
Tien excuses om niet over de dood te praten
Tijdens de online-campagne ‘Zullen we over de dood praten?’ lieten we ook de tien meest voorkomende excuses zien om NIET over de dood te hoeven praten of na te denken.
Tien vragen aan Desiree Helmond
Desiree Helmond is trainer, en verzorgt scholingen over onder meer het sterven en dementie. In de rubriek ‘Tien vragen aan…’ geeft ze onder meer antwoord op de vraag: ‘Zou je je leven over willen doen?’
Tien vragen aan Gert Olthuis
Gert Olthuis is universitair hoofddocent Medical Humanities bij het Radboudumc. Hij beantwoordt tien vragen over de dood, waaronder: ‘Kan doodgaan voordelen hebben, en zo ja, welke?’
Tien vragen aan Anja Krabben
Anja Krabben is hoofdredacteur van vakblad De Begraafplaats. In de rubriek ‘Tien vragen aan’ zegt ze onder meer: ‘Cremeren? Voor je het weet blijft je pot as ergens staan, op een totaal betekenisloze plek, in het keukenkastje bij een onverschillig familielid.’